Het was op een vroege zondagochtend. Terwijl veel mensen nog sliepen of genoten van hun ontbijt fietste ik naar de yogaschool. Het was nog heerlijk rustig op straat. Het aantal auto’s dat ik onderweg tegenkwam was op één hand te tellen. Bij verschillende kruispunten kon ik dan ook heel ontspannen door het rode licht rijden. Als er toch een sporadische auto in de buurt was, stopte ik wel voor het rode licht. Dat ging allemaal heel natuurlijk. Het fietsen zelf en het wel of niet stoppen voor een stoplicht; het gebeurde gewoon, zonder dat ik daar eigenlijk over nadacht.

Net zoals ik tijdens deze fietsrit ook ineens abrupt en keihard op mijn piepende remmen trapte. Er schoot namelijk spontaan een hond aan een strakke lijn naar de andere kant van het fietspad. Het scheelde niet veel (ik schat zo’n 10 centimeter) of ik was tegen die hondenlijn aangereden en er hoogstwaarschijnlijk overheen gevallen. Dat remmen gebeurde (net zoals het fietsen en het wel of niet stoppen voor de stoplichten) ook heel natuurlijk. Daar dacht ik niet eerst even over na. Ik remde gewoon spontaan.

Daarna kwamen er trouwens wel gedachtes hoor. Dat ging razendsnel. In mijn geval kwam er bijvoorbeeld meteen een oordeel over de hondeneigenaar. En vervolgens gedachtes over wat er had kunnen gebeuren, dat ik dan misschien wel gewond was geraakt en dat ik dan misschien wel geen yogales meer kon geven. Niet echt zinvolle gedachten, want dat was natuurlijk in dat moment totaal niet aan de orde. Maar die zinloze gedachtes wilden blijkbaar even beleefd worden inclusief wat fysieke sensaties, zoals een snellere ademhaling. Na een vriendelijke glimlach en excuus van de hondeneigenaar fietste ik weer door. Het vervolgen van mijn weg ging ook weer heel natuurlijk en als vanzelf.

Dit voorval deed me denken aan een verhaal van een vriendinnetje. Zij kwam een keer een spookrijder tegen op de snelweg. Ook zij gaf aan dat ze eerst plotsklaps uitweek en dat er daarna pas gedachtes kwamen. Vooral hét moment van uitwijken was haar zo bijgebleven. Alsof er ‘iemand’ was, die het rijden even van haar overnam. Alsof er ‘iets’ was, dat ervoor zorgde dat zij abrupt uitweek. Datgene voelde slimmer en sneller dan haar persoonlijke brein kon bevatten. Dat noemen we dan ook weleens een engeltje op onze schouder.

Maar wie reed er nou eigenlijk écht die hele rit?

In ons taalgebruik zeggen we wel: Ik fiets of ik rijd. Maar is dat wel zo? Wie zit er nou eigenlijk echt aan het stuur? Ik was als persoontje namelijk helemaal niet bewust rondjes aan het trappen. Het trappen op de fiets gebeurde gewoon. Er was ook geen Natasja die heel bewust ging nadenken of ze wel of niet zou stoppen of remmen voor een stoplicht of een overstekende hond. Er werd gewoon gefietst, gestopt en geremd. Als jij weleens autorijdt, zul jij vast ook wel herkennen dat je ineens opmerkt waar je op dat moment rijdt en er blijkbaar al een tijdje gewoon onbewust – in een soort van flow – gereden werd. Je werd voor je gevoel gereden.

Wie zit er eigenlijk echt aan het stuur?

Het is een vraag die jou misschien wel een glimp laat zien dat er ‘iets’ is wat verder gaat dan ons persoonlijk brein kan bevatten. Je hoeft niet over het antwoord na te denken. Het persoonlijk brein heeft er mogelijk toch geen antwoord op. Omdat datgene vormloos is. Zodra wij er woorden aan geven krijgt het vorm en lijkt het niet meer te kloppen. Kortom blijf gewoon lekker door het leven rijden. Misschien herken je dan ooit vanzelf wie (of wat) dat eigenlijk doet en zie je dat er heel ontspannen door het leven wordt gereden.

Vind je dit een leuk onderwerp om verder over te mijmeren? Plan een kennismakingsafspraak in mijn online agenda en laten we kijken wat er zich wilt ontvouwen.

“There is one Universal Mind common to all, and wherever you are it is with you always.

There is no end or limitation, nor are there boundaries.”

– sydney banks